Het belangrijkste verschil tussen Salvia divinorum en andere saliesoorten is de aanwezigheid van een stof die salvinorine heet, dat bestaat uit salvinorine A (96%) en B (4%). Terwijl salvinorine B geen enkel psychoactief effect lijkt te hebben, is salvinorine A de sterkste psychoactieve stof die in de natuur voor komt.

Het is onmogelijk salvinorine te vergelijken met welke andere psychoactieve stof dan ook. In tegenstelling tot de meeste natuurlijke drugs die alkaloïden (stikstofverbindingen) bevatten, is salvinorine een diterpeen (molecuul dat alleen koolstof-, waterstof- en zuurstofatomen bevat). Chemisch gezien is dit een groot verschil, dat bovendien een belangrijke praktische consequentie heeft: salvinorine kan niet worden gedetecteerd met behulp van een urinetest voor opiaten of andere drugs die alkaloïden bevatten.

De kracht van salvinorine is uniek: bij inademing zijn de effecten al voelbaar vanaf 250 microgram en een dosis van 1 milligram kan zeer sterke effecten teweegbrengen. Het is daarom erg belangrijk om de dosis goed vast te stellen, omdat anders de kans op een overdosis ontstaat, ook al is de fatale dosis niet bekend.

Mogelijk bevat Salvia nog andere psychoactieve stoffen, zoals Valdés III suggereert. Hij ontdekte dat een stof genaamd divinorine C, dat chemisch zeer sterk lijkt op salvinorine A, mogelijk bij nog lagere doseringen actief is, maar dit is nog niet bevestigd door testen bij mensen. Andere bestanddelen in Salvia dragen mogelijk bij aan de hallucinogene effecten, maar alleen de psychoactieve werking salvinorine A is bewezen.

Hoe het werkt in de hersenen

De reden waarom salvinorine A een psychoactieve werking heeft is onbekend, maar er is wel het een en ander bekend over de neurologische werking. Salvinorine A is een sterke selectieve kappa-opioïde receptor agonist. Dit houdt in dat het zich “bindt” aan een bepaalde groep eiwitten (in dit geval de kappa-opioïde receptoren) in het lichaam die hierdoor actief gestimuleerd worden. Dit veroorzaakt een hallucinogene, visionaire staat van bewustzijn.

Opiaten, zoals morfine, zijn ook opioïde-receptor agonisten, maar het verschil met salvinorine is dat opiaten zowel kappa als mu receptoren activeren. Het activeren van mu-receptoren wordt gezien als de oorzaak van verslaving aan opiaten. Deze drugs hebben een sterke invloed op de mu-receptoren en slechts een milde invloed op de kappa-receptoren. Daarom hebben zij slechts een mild hallucinogene werking, maar wel een sterk verslavende.

Salvinorine A is daarentegen een selectieve kappa-agonist. Kappa-receptoren worden er sterk door gestimuleerd, maar mu-receptoren niet. Daarom heeft salvinorine A een sterke psychoactieve werking, maar is het niet verslavend.

Lees voor meer informatie over de chemische werking van salvia het artikel Salvinorin’s Kappa Opioid Activity op Erowid of kijk op de site van de PNAS voor het artikel Salvinorin A: A potent naturally occurring nonnitrogenous kappa opioid selective agonist.